
In de Steigers: Duidelijkheid voor zzp’ers en bescherming van laagbetaalde zelfstandigen
Het kabinet presenteert het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Vbar), met als doel om voor iedereen – opdrachtgevers, zelfstandigen en uitvoeringsorganisaties – glashelder te maken wanneer er sprake is van werknemerschap en wanneer van zelfstandig ondernemerschap. Tegelijkertijd krijgen zzp’ers die minder dan € 36 per uur verdienen een stevigere rechtspositie, zodat schijnzelfstandigheid wordt tegengegaan en eerlijkere arbeidsvoorwaarden gegarandeerd zijn.
Waarom dit wetsvoorstel?
In de afgelopen jaren groeide het aantal zzp’ers explosief: van zo’n 630.000 in 2003 naar 1,3 miljoen in 2024. Met die groei nam helaas ook de kans op schijnzelfstandigheid toe – naar schatting zo’n 200.000 zelfstandigen werken feitelijk als werknemer, zonder de rechten die daarbij horen. Dit leidt tot oneerlijke concurrentie, ondermijning van de sociale zekerheid en kwetsbare arbeidsomstandigheden.
Met Vbar wil het kabinet:
- Criteria in de wet vastleggen
De toetsingscriteria voor werknemerschap – zoals sturing door de opdrachtgever en het ontbreken van ondernemersrisico – worden concreet in de wet opgenomen. Zo ontstaat voorspelbaarheid: zowel zzp’ers als werkgevers weten exact waar ze aan toe zijn. - Rechtsvermoeden voor laagbetaalde zzp’ers
Zelfstandigen die minder dan € 36 per uur vragen, kunnen straks eenvoudig stellen dat ze werknemer zijn. De bewijslast verschuift dan naar de opdrachtgever, die moet aantonen dat er toch geen arbeidsovereenkomst is. Dit beschermt ongeveer 15% van alle zzp’ers tegen misbruik van de zzp-constructie. - Gelijk speelveld en handhaving
Organisaties die uitvoering geven aan sociale zekerheidswetten krijgen duidelijkheid over hun rol: zij kunnen geen beroep doen op het rechtsvermoeden, zodat bescherming van laagbetaalde zelfstandigen wordt gewaarborgd.
Hoe werkt de toetsing?
- Sturing en controle
Wordt bepaald wanneer en hoe het werk moet worden uitgevoerd? Dan duidt dat erop dat er sprake is van werknemerschap. - Ondernemersrisico
Draagt de zzp’er (financieel) risico en werft hij of zij actief nieuwe opdrachten? Dan is er sprake van zelfstandig ondernemerschap. - Gedrag buiten de opdracht
Werkt iemand echt zelfstandig, dan toont hij of zij ondernemerschap buiten de opdracht: bijvoorbeeld door marketingactiviteiten of het opbouwen van een klantenportefeuille.
Deze criteria worden niet inhoudelijk aangepast, maar nu expliciet en eenduidig vastgelegd in de wet.
De impact van het rechtsvermoeden
Zzp’ers onder de € 36-per-uur-grens krijgen met het nieuwe rechtsvermoeden de volgende voordelen zodra zij zich beroepen op werknemerschap:
- Zwangerschaps- en ziekteverlof
- Ontslagbescherming
- Werkloosheidsuitkering
- Arbeidsongeschiktheids¬vangnet
En de opdrachtgever moet de bijbehorende premies en belastingen afdragen. Het uurtarief van € 36 wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van het minimumloon, waarbij afgerond wordt op hele euro’s voor duidelijkheid.
Volgende stappen en ingangsdatum
Het wetsvoorstel is op 7 juli 2025 ingediend bij de Tweede Kamer. Na instemming daar én in de Eerste Kamer treedt Vbar per 1 juli 2026 in werking, zonder overgangsrecht. Vanaf die dag kunnen zzp’ers en werkgevers direct een beroep doen op de nieuwe regels en rechtsvermoedens.
Conclusie
Met Vbar zet de overheid een belangrijke stap naar meer transparantie en rechtvaardigheid op de arbeidsmarkt. Door de toetsingscriteria te verankeren en de positie van laagbetaalde zelfstandigen te versterken, ontstaat er niet alleen duidelijkheid, maar ook een gelijker speelveld voor iedereen die bijdraagt aan onze economie – of dat nu als werknemer of als echt zelfstandig ondernemer is.